Algemeen


Sinds 1 november 2018 zijn de Rechtbanken van Koophandel, Ondernemingsrechtbanken geworden. Er bestaan 9 Rechtbanken met één of meer afdelingen.

De geschillen die deze rechtbanken behandelen, staan vermeld in het Gerechtelijk Wetboek (artikel 573 tot en met 577 Ger. W.).

Het betreft onder meer in eerste aanleg commerciële geschillen, afhandeling van insolventieprocedures (faillissementen en gerechtelijke reorganisaties), vorderingen en geschillen die daaruit ontstaan en conflicten tussen aandeelhouders van een vennootschap. Wie niet akkoord gaat met het vonnis in eerste aanleg van de ondernemingsrechtbank kan hoger beroep instellen bij het Hof van Beroep.  Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door leden van het parket.

Daarnaast heeft elke ondernemingsrechtbank een (of meerdere) kamers voor ondernemingen in moeilijkheden (KOIM) , met als voornaamste taak om ondernemingen in moeilijkheden op te sporen, deze bewust maken van de toestand en ertoe aanzetten adequaat te reageren met het oog op hun herstel en behoud.

Net als de arbeidsrechtbank bestaan de kamers in de ondernemingsrechtbanken uit (minstens) een beroepsmagistraat en verschillende "consulaire" rechters (rechters in ondernemingszaken) die uit het bedrijfsleven komen en benoemd worden door de Koning.

.