Statuten en Reglement van inwendige orde


Reglement van inwendige orde U.R.H.B.

Hoofdstuk I - De leden van de Unie

Artikel 1 De Unie omvat, overeenkomstig de statuten, effectieve leden en ereleden. Alle personen, die de hoedanigheid bezitten van Rechter in handelszaken of van Plaatsvervangend hechter in handelszaken in België worden, bij hun benoeming en vervolgens jaarlijks, uitgenodigd om lid te worden van de URHB.

Het lidmaatschap wordt effectief, van zodra het lidgeld is vereffend en de kandidaat aanvaard is geworden door het directiecomité en, bij ontstentenis, door de Raad van Bestuur. Rechters in handelszaken of Plaatsvervangende rechters in handelszaken wiens mandaat is beëindigd, zijn geen lid meer van de Unie bij de afloop van het kalenderjaar. Ze verkrijgen de hoedanigheid van erelid op voorstel van het Directiecomité aan de Raad van Bestuur of op eigen verzoek. De Raad van Bestuur bekrachtigt het erelidmaatschap of wijst het af, zonder hierbij verantwoording te moeten afleggen bij de kandidaat. Elk effectief lid of erelid wordt persoonlijk aangeschreven bij de aanvaarding van zijn lidmaatschap. Het lidgeld dient voldaan te worden binnen de 30 dagen na hiervoor een uitnodiging ontvangen te hebben. Bij blijvende wanbetaling, zal worden gehandeld overeenkomstig art. 8.2 en 9.3 van de Statuten van de Unie.

Artikel 2 Uittredende effectieve leden worden door het Directiecomité aan de Raad van Bestuur voorgesteld als erelid, die overeenkomstig de Statuten het erelidmaatschap wel of niet bekrachtigt. De titel van erevoorzitter, ere-vicevoorzitter, ere-secretaris-generaal, ere-penningmeester of ere-secretariaatsverantwoordelijke wordt toegekend door de Raad van Bestuur op voordracht van het directiecomité. Elk effectief lid of erelid kan een persoon voordragen als Erevoorzitter per brief of e-mail gericht naar de Raad van Bestuur.  

Hoofdstuk II - De Algemene Vergadering

Artikel 3 De raad van bestuur kan bepalen dat de algemene vergadering op een andere plaats, eender waar in het Koninkrijk, dan ter zetel van de Unie zal opgeroepen worden

Artikel 4 Overeenkomstig art. 13.13 der Statuten, kan de Raad van Bestuur waarnemers zonder Stemrecht toelaten op de Algemene Vergadering, mits voorafgaandelijke vermelding van dit gegeven bij de Oproeping. Dit waarnemingsrecht wordt strikt beperkt tot personen die, hetzij duiding brengen als deskundige in een te behandelen onderwerp ofwel als bemiddelaar bij conflicten als onpartijdige dadingsgerechtigde wordt uitgenodigd. Artikel 4 Art. 13.12 van de Statuten bepaalt dat enkel effectieve leden stemrecht hebben. De stemming in de algemene vergadering is niet geheim en gebeurt, bij voorkeur, met opgeheven hand. Indien het onderwerp dat ter stemming wordt gebracht, een eenvoudige meerderheid nodig maakt en er geen meerderheid is, wordt het ter stemming gebrachte onderwerp als afgewezen aanzien.

Artikel 5 De ondertekende notulen van de Algemene Vergadering worden onder PDF-formaat gepubliceerd op de Intranet-site van de Unie. De Raad van Bestuur kan echter, om begrijpelijke redenen van confidentialiteit, beslissen om gedeeltes van deze Notulen, inzonderheid inzake beslissingen in verband met uitsluitingen en disciplinaire beslissingen, niet te publiceren. Indien een lid van de algemene vergadering de correcte weergave van de beslissingen zoals vastgelegd in de notulen van de algemene vergadering betwist, kan het, binnen een termijn van veertien werkdagen vanaf de dag der publicatie van de notulen op het Intranet, bij aangetekend schrijven naar de voorzitter van de algemene vergadering zijn opmerkingen kenbaar maken. In dit geval doet de Raad van Bestuur uitspraak over de gegrondheid van de zaak. Binnen 1 maand na ontvangst van de opmerkingen van het lid, stelt de Raad van Bestuur de reclamant schriftelijk in kennis van zijn beslissing. In geval de Raad van Bestuur van oordeel is dat de notulen dienen te worden aangepast, maakt de voorzitter van de algemene vergadering de alzo aangepaste notulen over aan alle leden van de algemene vergadering via een speciale vermelding en publicatie op het Intranet. Er kan, ten allen tijde, een buitengewone algemene vergadering samenroepen worden inzake het omstreden agendapunt overeenkomstig de bepalingen art. 13.5 van de Statuten.  

Hoofdstuk III – De Raad van Bestuur

Artikel 6  De Raad van Bestuur heeft de bevoegdheden zoals bepaald in de Statuten van de Unie. De Raad van Bestuur wordt samengesteld als volgt:

  • De Voorzitter, verkozen overeenkomstig art. 14.6 van de Statuten.
  • Een vice-voorzitter, deel uitmakend van de Nederlandstalige taalrol, voorgesteld door de verkozen Voorzitter, en wiens mandaat wordt bekrachtigd door de Algemene Vergadering.
  • Een vice-voorzitter, deel uitmakend van de Franstalige of Duitstalige taalrol, voorgesteld door de verkozen voorzitter, en wiens mandaat wordt bekrachtigd door de Algemene Vergadering.
  • Eén afgevaardigde per Gerechtelijk Arrondissement, bij voorkeur en voorrang de Voorzitter in Handelszaken, zo hij voldoet aan de criteria van het lidmaatschap en het ambt aanvaardt. Bij ontstentenis, een rechter in handelszaken of plaatsvervangend rechter in handelszaken, afgevaardigd door de Leden die deel uitmaken van het betrokken Gerechtelijk Arrondissement.
  • Eén afgevaardigde per andere zittingsplaats van het Gerechtelijk Arrondissement, die niet door de voorgenoemde wordt vertegenwoordigd, afgevaardigd door de Leden die deel uitmaken van de betrokken zittingsplaats.
  • De secretaris-generaal, aangeduid op voorstel van de Voorzitter, en wiens mandaat wordt bekrachtigd door de Algemene Vergadering en vervolgens wordt goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
  • De penningmeester.

De Raad van Bestuur vergadert, overeenkomstig de Statuten art. 14.11, minstens 3 maal per jaar. De oproeping tot het bijwonen van de Raad van Bestuur gebeurt door de Voorzitter, middels tussenkomst van de Secretaris-Generaal, minstens 14 dagen voor de datum van de geplande bijeenkomst, behoudens hoogdringendheid en akkoord terzake per mailbericht vanwege minstens de helft van haar Leden. De Voorzitter bepaalt de plaats van samenkomst in functie van de opportuniteit en beschikbaarheid der lokalen waarbij hij de voorkeur verleent aan een, voor alle leden, goed bereikbare plaats. De Voorzitter kan, indien dit enige toegevoegde waarde kan bieden bij de beraadslagingen van de Raad van Bestuur, leden van het Directiecomité of andere derden, uitnodigen tot het bijwonen van de Raad van Bestuur, zonder dat deze genodigden enig stemrecht wordt toebedeeld. De Raad van Bestuur behandelt de voorstellen van het Directiecomité (bij monde van de Pennigmeester) aangaande de besteding der middelen van de Unie door voorafgaandelijke goedkeuring van de globale budgetten en tevens de toekenning van kostenvergoedingen aan haar leden en aan de leden van het Directiecomité. Eén maal per jaar stelt de Raad van Bestuur de hoegrootte vast van de Lidgelden verschuldigd door effectieve en ereleden van de Unie. De notulen van de Vergadering, onverminderd de bepalingen onder art. 14.16 van de Statuten, worden opgesteld in het Nederlands en in het Frans en per e-mail bezorgd aan alle leden van de Raad van Bestuur, al of niet aanwezig. Elk lid van de Raad van Bestuur drukt zich uit in zijn eigen Landstaal; op eenvoudige vraag van een Bestuurder, dient het betoog summier te worden vertaald. De beraadslagingen binnen de Raad van Bestuur hebben een geheim karakter en mogen, tenzij eenparigheid van stemmen, niet aan derden worden medegedeeld. De beslissingen van de Raad van Bestuur worden rechtsgeldig wanneer tenminste de eenvoudige meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde leden voor stemmen. Bij gelijkheid van stemmen zal de stem van de Voorzitter of van zijn plaatsvervanger doorslaggevend zijn. Er is geen aanwezigheids-quorum vereist bij rechtmatige oproeping.

Hoofdstuk IV – Het directiecomité

Artikel 7  Werking In het kader van de uitoefening van het dagelijks bestuur van de Unie, is het directiecomité belast met de afhandeling van de dringende zaken en de voorbereiding van belangrijke vraagstukken die aan de raad van bestuur moeten worden overgemaakt, alsook met de hieronder vermelde opdrachten:

  • uitvoeren van de beslissingen genomen in de schoot van de algemene vergadering en de raad van bestuur;
  • opstellen van de dagorde der vergaderingen van de raad van bestuur;
  • treffen van alle administratieve voorbereidingen voor de vergaderingen van de raad van bestuur;
  • behandeling van de toetredings-aanvragen en voorstellen tot erelidmaatschap
  • oprichten van speciale permanente of tijdelijke commissies en werkgroepen;
  • formuleren van voorstellen aan de raad van bestuur tot het toewijzen van bijzondere mandaten of in dienst nemen van vast personeel;
  • ontvangen en overmaken aan de raad van bestuur van verslagen over de activiteiten van de speciale permanente of tijdelijke commissies en werkgroepen;
  • alle passende onderzoekingen uitvoeren bij ernstig vermoeden dat de bepalingen van de statuten of het maatschappelijk doel van de Unie door een lid wordt geschonden of bij ernstig vermoeden dat een lid niet meer voldoet aan de bij de statuten vooropgestelde toelatingsvoorwaarden;
  • De toewijzing van de door de Raad van Bestuur goedgekeurde bestedingen aan specifieke doeleinden;
  • De vertegenwoordiging van de belangen van de Unie en van de Unie zelf bij derden, inzonderheid hun vertegenwoordiging bij Internationale Organisaties, bij Economische en Juridische actoren van het Land in de breedste zin.
  • Ledenwerving.
  • Opleidingen van de leden, conferenties en colloquia organiseren.
  • Fondsenwerving
  • Het houden van de boekhoudkundige bescheiden van de Unie.
  • Het afvaardigen van vertegenwoordigers van de Unie als Lid van belangenorganisaties en werkgroepen die verband houden met het Maatschappelijke Doel van de Unie.
  • In het algemeen: alle taken die niet zijn voorbehouden aan de Algemene Vergadering of aan de Raad van Bestuur.

Het directie comité vergadert zo vaak als de belangen van de Unie dit vereisen op een in de oproeping aangeduide plaats, op initiatief van de voorzitter of een van zijn leden. De oproeping is niet aan bijzondere formaliteitsvoorwaarden onderworpen en kan aldus bij eenvoudige brief, telefax, e-mail of telefoon geschieden, al naar gelang de hoogdringendheid van de te nemen maatregel. De beraadslagingen van het directie comité worden opgenomen in een proces-verbaal opgesteld door de voorzitter of een door hem aangewezen lid. Dit proces-verbaal zal door de Secretaris-Generaal van de Unie ter beschikking gehouden worden van de raad van bestuur. Op louter verzoek van de raad van bestuur zal het directie comité verslag uitbrengen van zijn activiteiten aan de raad van bestuur.

Artikel 8 Het directiecomité wordt als volgt samengesteld, op voorstel van de Voorzitter, waarbij de mandaten worden bekrachtigd door de Raad van Bestuur:

  • De Voorzitter
  • De beide Vice-Voorzitters
  • De secretaris-generaal
  • De Penningmeester
  • De hoofdredacteur van IN FORO
  • De verantwoordelijke voor elke deeltaak (zie art. 10)
  • Een verantwoordelijke voor het Algemeen Secretariaat

Elk lid van het directie comité dat verhinderd is, kan aan een zijner collega's de machtiging verlenen hem te vertegenwoordigen. Het directiecomité wordt voorgezeten door de Voorzitter van de vereniging of bij belet door een Vice-Voorzitter, met voorrang voor deze die het langst het ambt van Rechter in Handelszaken bekleedt. Bij ontstentenis wordt het directiecomité voorgezeten door de Secretaris-Generaal. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen der aanwezige of vertegenwoordigde leden. Er is geen aanwezigheidsquorum vereist. Bij gelijkheid van stemmen zal de stem van de Voorzitter of van zijn plaatsvervanger doorslaggevend zijn.

 Hoofdstuk V – Mandatarissen en Verantwoordelijken van deeltaken

Artikel 9 De raad van bestuur kan, op voorstel van het directie comité, een mandaat toewijzen aan een persoon, die aanvaardt, om bepaalde welomschreven handelingen in naam en voor rekening van de Unie te laten uitvoeren. De gemandateerde kan een lid zijn van de Raad van Bestuur. Het mandaat kan ten allen tijden door de raad van bestuur worden herroepen.

Artikel 10 Er worden volgende deeltaken onderscheiden, dewelke bemand worden door een aan te duiden verantwoordelijke, die vrij, onder de effectieve of ereleden van de Unie, medewerkers of leden van zijn werkgroep mag kiezen om zich bij zijn taak te laten bijstaan:

  • pers en communicatie, geleid door de hoofdredacteur IN FORO
  • opleidingen en seminaries
  • Handelsonderzoeken
  • Wet op de continuïteit van Ondernemingen
  • Bemiddeling
  • Belangenbehartiging bij het Ministerie van Justitie en bij het Ministerie van Economie.
  • Vertegenwoordiging van de Unie bij belangenorganisaties van handelaars
  • ICT-verantwoordelijke, verantwoordelijke voor Extranet en Intranet van de Unie, tevens gesprekspartner voor wat de Informatisering van Justitie aangaat.

Op voorstel van het directiecomité kan de raad van bestuur andere deeltaken toewijzen, waarvoor de bepalingen van dit artikel gelden. Elke verantwoordelijke voor deze deeltaken kan, door de Raad van Bestuur, als lid van deze Raad worden aanvaard.

Artikel 11 Onverminderd de bepalingen van voorgaand artikel kan het directie comité evenwel in gevallen van hoogdringendheid rechtsgeldig een mandaat toewijzen aan een persoon, die aanvaardt, om bepaalde welomschreven en hoogdringende handelingen te verrichten in naam en voor rekening van de Unie. Indien daartoe redenen bestaan zal de aanstelling van een door het directie comité benoemd persoon op de eerst volgende vergadering van de raad van bestuur bevestigd of, in voorkomend geval, herroepen worden.

Hoofdstuk VII – extern adviesorgaan van de Unie

Artikel 12 Er wordt een Extern Adviesorgaan opgericht, bestaande uit gewezen Magistraten en Academici, die zijn bereid hebben gevonden op de individuele Leden van de Unie bij te staan bij hun specifieke vragen. Dit mandaat is onbezoldigd, de leden van het Adviesorgaan verkrijgen weliswaar het statuut van Erelid van de Unie, waarbij zij ontheven zijn van betaling van Lidgeld. Hun eventuele kosten worden vergoed op basis van voor te leggen kostennota’s.

Hoofdstuk VIII – bestuurders van de Unie en verkiezingen van de Voorzitter

Artikel 13 Overeenkomstig art. 14.5 is elke Voorzitter in Handelszaken van rechtswege bestuurder van de Unie, voor zoverre hij/zij beantwoordt aan de voorwaarden voor lidmaatschap. Tevens wordt telkenmale één lid van de Unie aangeduid door elke Zittingsplaats (die niet reeds door de Voorzitter in Handelszaken is vertegenwoordigd) als bestuurder van de Unie door de plaatselijke leden rechters in handelszaken van betrokken Zittingsplaats. Indien het Gerechtelijk Wetboek zou voorzien in de aanstelling van een Voorzitter in Handelszaken per zittingsplaats, wordt deze, indien lid, van rechtswege bestuurder van de Unie. Tenzij het de Voorzitter in Handelszaken betreft, wordt het als bestuurder voorgedragen lid verkozen door elke Arrondissementele Rechtbank of door elke Zittingsplaats bij wijze van verkiezingen door alle Leden van de Unie die deel uitmaken, ofwel van de Arrondissementele Zetel, ofwel van de Zittingsplaats. De verkiezingen worden plaatselijk georganiseerd volgens de geplogenheden van de Zetel of Zittingsplaats, die bijvoorbeeld bijkomende voorwaarden van anciënniteit of andere verkiezingsvoorwaarden mag stellen.

Artikel 14 Voorzittersverkiezingen De verkiezingen voor de Nationale Voorzitter worden als volgt georganiseerd: elk effectief Lid van de Unie kan zich kandidaat stellen als Nationaal Voorzitter, door middel van een gemotiveerde kandidatuur, met verplichtend bijhorend Curriculum Vitae, geadresseerd naar de Secretaris Generaal van de Unie, minstens 21 dagen vooraleer de Raad van Bestuur met als agendapunt de voordracht van de Nationale Voorzitter plaatsheeft. De kandidaatstelling kan per gewone brief, fax of email gebeuren doch dient door de Secretaris Generaal bij ontvangst worden bevestigd. Binnen de 8 dagen na ontvangst, wordt de kandidatuur, vergezeld van de bijgevoegde stukken door de Secretaris Generaal kenbaar gemaakt aan alle Bestuurders van de Unie. Tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur, die de Voorzittersvoordracht als agendapunt heeft, aanhoren de aanwezige bestuurders het beleidsplan van elke kandidaat, waarna de Raad van Bestuur overgaat tot geheime stemming. Wordt voorgedragen aan de Algemene Vergadering, de kandidaat die de eenvoudige meerderheid heeft behaald van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders. Bij ontstentenis van een meerderheid bij de eerste verkiezingsronde, wordt een tweede stemronde georganiseerd waar de kandidaat met de meeste stemmen en de kandidaat/kandidaten met het daarop volgend aantal stemmen weerhouden. Indien geen meerderheid wordt behaald bij de tweede stemronde, wordt een derde stemronde georganiseerd op dezelfde wijze. Na verloop van de derde stemronde, wordt de kandidaat die het meeste stemmen heeft behaald, voorgedragen als Voorzitter. In geval van ex aequo, worden de kandidaten met gelijk aantal stemmen voorgedragen aan de Algemene Vergadering, die bij eenvoudige meerderheid de Voorzitter aanwijst. De voorgedragen Voorzitter wordt aan de goedkeuring van de Algemene Vergadering voorgesteld. De algemene vergadering dient samengeroepen te worden uiterlijk 45 dagen na datum van de Raad van Bestuur die de Voorzitter voorstelt. Het Voorzitterschap is effectief van zodra de eenvoudige meerderheid der aanwezigen op de Algemene Vergadering de voordracht goedkeurt.

Hoofdstuk IX – Vergoedingen en uitgaven

Artikel 15 De raad van bestuur bepaalt, rekening houdend met de voorstellen van het directiecomité, de kostenvergoedingen en eventuele emolumenten toegekend aan de leden van het Directiecomité. De raad van bestuur neemt, bij elke bijeenkomst, kennis van de gedetailleerde uitgaven, verricht in overeenstemming met de toegekende globale budgetten door het Directiecomité.

Hoofdstuk X - Jaarlijks lidgeld

Bepaling

Artikel 16 De leden van de Unie dienen tegen uiterlijk 31 januari van elk jaar hun jaarlijks Lidgeld te betalen. Het directiecomité stelt aan de Raad van Bestuur jaarlijks het voorgestelde bedrag van het Lidgeld, zowel voor effectieve leden als voor ereleden voor, die bekrachtigt. Leden die toetreden tijdens het kalenderjaar betalen een volledig lidgeld door het gehele jaar.Hoofdstuk XI - Onderzoek van gebeurlijke schending bij de leden van de Unie van de statutaire bepalingenOnderzoeksprocedure bij leden van de Unie in opdracht van het directie comité

Artikel 17 Het directie comité kan bij ernstig vermoeden en/of bij ontvangst door de voorzitter van een schriftelijke, gemotiveerde en geïdentificeerde klacht van een lid van de Unie dat een ander lid van de Unie (a) de statutaire bepalingen of het maatschappelijk doel van de Unie miskent of (b) niet meer voldoet aan de bij artikel 7, 8 of 9 van de statuten vooropgestelde toelatingsvoorwaarden van de Unie, opdracht geven aan een gevolmachtigde van de Unie om een onderzoek in te stellen. Bij beëindiging van zijn opdracht dient de gevolmachtigde een gedetailleerd verslag met de resultaten van zijn opdracht uit te brengen aan het directie comité waarin hij tevens een advies zal geven omtrent de zwaarwichtigheid van de gedane vaststellingen.Maatregelen te nemen door het directie comité na kennisname van het onderzoeksverslag

Artikel 18 Na kennisname door het directie comité van het door de gevolmachtigde opgesteld verslag kan het directie comité

  • In geval hij van oordeel is dat er onvoldoende bezwarende elementen voorhanden, de zaak zonder gevolg klasseren;
  • in geval hij van oordeel is dat er wel voldoende bezwarende elementen voorhanden zijn, verslag uitbrengen bij de raad van bestuur op diens eerst komende vergadering.

De raad van bestuur oordeelt, conform de statuten, over de te nemen maatregelen. De raad van bestuur informeert onverwijld de Voorzitter in Handelszaken van het betrokken lid over de genomen maatregelen. Inleiding van de uitsluitings- of schorsingsprocedure door het directie comité

Artikel 19 Bij de inleiding van een schorsings- of uitsluitingsprocedure voorzien bij de artikelen 9 van de statuten, dient het lid tegen dewelke een procedure werd ingeleid minstens een maand voorafgaand aan de vergadering waarbij toepassing wordt gemaakt van de voormelde procedures, in kennis gesteld te worden van het door het directie comité opgesteld verslag betreffende de ten laste gelegde feiten. Het getroffen lid beschikt over een termijn van veertien werkdagen volgend op de mededeling van het verslag van het directie comité om zijn gebeurlijke opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken. De betrokkene zal op de vergadering waarop over de toepassing van de bij de artikel 9 van de statuten omschreven procedures wordt beraadslaagd, uitgenodigd worden om aldaar gehoord te worden. De stemming omtrent de toepassing van de bij de artikel 9 van de statuten omschreven procedures gebeurt in afwezigheid van het lid tegen dewelke de procedure wordt gevoerd.

Hoofdstuk XII – Neerlegging van klachten bij de bevoegde publieke instanties tegen leden van de Unie

Artikel 20 Indien er voldoende en bezwarende elementen voorhanden zijn dat een lid van de Unie op ernstige wijze de belangen van het Ambt van Rechter in Handelszaken of de belangen van de Unie schaadt, kan het directie comité, ter bescherming der belangen van de Unie, het dossier, na onderzoek, overmaken aan de raad van bestuur. Enkel de raad van bestuur is bevoegd om over te gaan tot het indienen van klachten tegen de leden van de Unie bij de bevoegde publieke instanties. Tegen derden

Artikel 21 Elk lid dat over rechtmatig verkregen aanwijzingen beschikt dat de belangen van de Unie of van de Rechters in Handelszaken door derden/niet-leden worden aangetast kan daarvan melding maken aan het directie comité. Indien de aanwijzingen voldoende bewijskrachtig zijn en het oordeelt dat de feiten voldoende zwaarwichtig zijn zal het directie comité, conform de bepalingen van het gemeen recht, kunnen overgaan tot het indienen van klachten bij de bevoegde publieke instanties indien daartoe aanleiding bestaat, teneinde de belangen van de Unie of de Rechters in Handelszaken te vrijwaren.

Hoofdstuk XIII – Budget

Artikel 22 Het directie comité dient bij de uitoefening van zijn functie zoveel als mogelijk het jaarlijks door de algemene vergadering vastgelegd budget te respecteren. In geval van belangrijke overschrijding van het jaarlijks toegekend budget dient het directie comité voorafgaandelijk de toestemming te bekomen van de raad van bestuur.  

 

 

STATUTEN

zie publicaties in het Belgisch Staatsblad